SV | Toen nam de profeet het dode lichaam van den man Gods op, en legde dat op den ezel, en voerde het wederom; zo kwam de oude profeet in de stad om rouw te bedrijven en hem te begraven. |
WLC | וַיִּשָּׂ֨א הַנָּבִ֜יא אֶת־נִבְלַ֧ת אִישׁ־הָאֱלֹהִ֛ים וַיַּנִּחֵ֥הוּ אֶֽל־הַחֲמֹ֖ור וַיְשִׁיבֵ֑הוּ וַיָּבֹ֗א אֶל־עִיר֙ הַנָּבִ֣יא הַזָּקֵ֔ן לִסְפֹּ֖ד וּלְקָבְרֹֽו׃ |
Trans. | wayyiśśā’ hannāḇî’ ’eṯ-niḇəlaṯ ’îš-hā’ĕlōhîm wayyanniḥēhû ’el-haḥămwōr wayəšîḇēhû wayyāḇō’ ’el-‘îr hannāḇî’ hazzāqēn lisəpōḏ ûləqāḇərwō: |
Toen nam de profeet het dode lichaam van den man Gods op, en legde dat op den ezel, en voerde het wederom; zo kwam de oude profeet in de stad om rouw te bedrijven en hem te begraven.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen nam de profeet het dode lichaam van den man Gods op, en legde dat op den ezel, en voerde het wederom; zo kwam de oude profeet in de stad om rouw te bedrijven en hem te begraven.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!